Ministerie van Buitenlandse Zaken

Dutch Diplo Talk

“Laat ons een bloem in de tuin zijn”

18 Oct 2016

Twee jaar geleden rukte ISIS op in het noorden van Irak. Minderheden als christenen, Yezidi’s en sjiieten werden om het leven gebracht. Jonge vrouwen en meisjes werden meegenomen als seks- en huisslavinnen. Iedereen herinnert zich de beelden van wanhopige Yezidi’s, die de voor hen heilige Singal berg opvluchtten. Een ultieme poging aan de gruweldaden van ISIS te ontkomen. Anderen zochten een veilig heenkomen in het nabij gelegen en eveneens gevaarlijke Syrië, of in de stad Dohuk, in de Koerdische regio van Irak.

Aan de vooravond van de verwachte zware strijd om Mosoel vlieg ik vanuit Bagdad naar Erbil. Direct na aankomst rijden mijn collega’s van het consulaat-generaal in Erbil en ik naar Dohuk. Een stad gelegen in de bergen, vlakbij het drielandenpunt Turkije, Syrië en Irak.

De gouverneur en uit Nederland teruggekeerde Koerdisch-Nederlandse artsen lichten toe welke ingrijpende gevolgen de economische crisis en de komst van 500.000 ontheemden naar de provincie Dohuk hebben. De regionale overheid heeft onvoldoende geld, alle systemen kraken en goed opgeleide mensen trekken naar het buitenland.

Wij spreken vertegenwoordigers van de Yezidi gemeenschap. Het verhaal van een oude man maakt indruk. Hij schreef boeken over de Yezidi’s. Uit wanhoop en getraumatiseerd stak hij een jaar geleden zijn verzameling van 2000 boeken in brand voor het ontheemdenkamp waar hij verblijft. Hij beschrijft dat zijn mensen niemand meer vertrouwen: “Strijders die ons zouden beschermen renden midden in de nacht weg toen ISIS kwam. Voor ons brak de hel los. In Irak zijn wij vogelvrij. Onze buren hebben ons verraden. Wij kunnen niet meer terug naar huis. Nu waaiert ons volk uit over de hele wereld. Nog even en de Yezidi’s bestaan niet meer.” Hij verzucht, zachtjes pratend: “Laat ons een bloem in de tuin zijn.”

Samen met Noorwegen financiert Nederland een organisatie die zorgt voor opvang en traumabehandeling van Yezidi vrouwen en meisjes. Zij zijn vrijgekocht van ISIS of wisten te ontsnappen. Ons is vooraf gezegd dat de meisjes niet tegen mannen met baarden kunnen. Naast de traumabehandeling spelen sport, spel en het leren van bepaalde vaardigheden een rol in het herstel van de meisjes. In de keuken wordt gebakken. Aan het einde van ons bezoek krijgen wij baklava, vers uit de oven.

De volgende dag reizen wij naar de Singal berg. Aan weerszijden van de weg staan zwaar beschadigde huizen. Daar laat een door Nederland gefinancierde ontmijningsorganisatie ons zien hoe zij de ontelbare, door ISIS gelegde, landmijnen en boobytraps verwijderen. Wij ontmoeten een geheel uit Yezidi-vrouwen bestaand ontmijningsteam. Uiteindelijk is het de bedoeling dat ontheemden weer naar deze streek terugkeren. Of de Yezidi’s dat nog aandurven zal moeten blijken.

Aan de noordkant van de Sinjar berg op de enige twee geasfalteerde wegen in het gebied ligt een t-splitsing, met een controlepost. Hier dachten de vluchtende Yezidi’s twee jaar geleden veiligheid te vinden. Een groep ISIS strijders was echter al om de berg heen getrokken en wachtte hen op. Op drie hoeken bij de t-splitsing zijn massagraven gevonden. Eén graf met mannen, één met oudere vrouwen en één met kinderen.

Honderden Yezidi’s werden er in korte tijd afgeslacht. Meisjes en vrouwen werden weggevoerd. Met de berg voor ons en een lege vlakte achter ons maken deze t-splitsing, de controlepost en de massagraven grote indruk. Het is de bedoeling dat onderzoek zal worden verricht. Hoewel zij weten wat er is gebeurd is het voor de Yezidi’s van belang zekerheid te krijgen over het lot van vermiste familieleden.

Wij rijden de Singal berg op, een eenzame berg in een verder vlak landschap. Bovenop de berg is een vlakte, waar duizenden Yezidi’s in tenten verblijven en worden ondersteund door hulporganisaties. Uiteindelijk bereiken wij de zuidkant van de berg. De zwaar gehavende stad Sinjar ligt aan de voet van de berg. Met een verrekijker kunnen wij duidelijk de dorpen achter Sinjar zien. Daar heerst nog altijd ISIS. En daar lijden nog altijd de Yezidi meisjes, die zijn meegenomen door de barbaren.

Het werkbezoek eindigt met een ontmoeting met Yezidi leiders in de voor hen belangrijkste tempel, de Lalish tempel. Op de bergweg naar de tempel lopen duizenden Yezidi’s.

Bij de Lalish tempel

Wij spreken met de leiders en worden onder grote belangstelling rondgeleid door het complex. Om een rots is een vrij donkere ruimte gebouwd. Wie op een afstand van 5 meter een kleine opgevouwen doek met de ogen gesloten op de punt van de rots gooit, mag een wens doen. Ik krijg de zorgvuldig gevouwen doek plechtig aangeboden. Wonder boven wonder valt de doek precies op de punt. Vanzelfsprekend richt mijn wens zich op de duizenden meisjes en vrouwen die gevangen zitten bij ISIS.

Share Button

About the author

Jan Waltmans
Written by Jan Waltmans

Dutch ambassador to Lebanon

In 1988 bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in dienst getreden en in de eerste fase van mijn loopbaan gewerkt in Ghana, Bangladesh, Soedan en op het departement bij de afdeling Asielzaken en humanitaire hulpverlening. Vervolgens:

2000 - 2002 Plaatsvervangend Chef de Poste in Khartoum

2002 - 2006 Plaatsvervangend Chef de Poste in Lusaka

2006 - 2009 Plaatsvervangend directeur bij de directie Effectiviteit en Coherentie van ontwikkelingssamenwerking

2010 - 2012 Plaatsvervangend Chef de Poste in Kaboel

2012 - 2015 Plaatsvervangend directeur bij de directie Azië en Oceanië

2015 - 2017 Ambassadeur in Irak