Libanon boeiende uitdaging
23 Oct 2017
Na twee enerverende jaren te hebben doorgebracht in Irak biedt Libanon mij wederom een boeiende uitdaging. Het is een land met grote diversiteit. Diverse geloofsgemeenschappen, sectarische groepen, zowel westers opgeleide en georienteerde als meer op Iran of Saoedi-Arabië gerichte Libanezen. Libanon ligt aan de Middellandse Zee, heeft prachtige bergen die in januari-februari zelfs skiën mogelijk maken, dorpen die 5000-6000 jaar geleden zijn gesticht, cultuurschatten, maar ook grote uitdagingen. Zo heeft het relatief kleine Libanon meer dan 1 miljoen Syrische vluchtelingen opgevangen sinds de crisis in Syrië begon. Om een vergelijking te maken: dit zou voor Nederland betekenen dat er ongeveer vijf miljoen Belgen of Duitsers in korte tijd naar Nederland zouden komen.
Het is opmerkelijk dat de Libanese bevolking zoveel vluchtelingen relatief gastvrij heeft ontvangen. Er woonden ook voor de crisis honderdduizenden Syriers in Libanon. Een deel van de vluchtelingen heeft een plek bij landgenoten gevonden. Velen van hen beschikten na aankomst nog over voldoende middelen om een kamer, etage of onafgebouwd huis te huren. Die middelen raken steeds verder uitgeput en dat in een fase waarin internationaal de bereidheid om hulp te verstrekken geleidelijk lijkt af te nemen. Een ander deel van de vluchtelingen verblijft in kampen, vaak in zeer moeilijke omstandigheden. De nieuwe Nederlandse regering heeft besloten Irak, Jordanië en Libanon focuslanden te maken voor ontwikkelingssamenwerking en geeft daarmee uiting aan het belang dat wordt gehecht aan de ‘ring rond Europa’.
Net als andere landen helpt Nederland Libanon om deze moeilijke periode door te komen. Zo worden in de Bekaa vallei gemeenten ondersteund, die het aantal inwoners in een mum van tijd hebben zien verdubbelen. De Syrische vluchtelingen drukken op de beschikbare voorzieningen. De roep om vluchtelingen naar huis terug te laten keren klinkt steeds luider in Libanon. Ik probeer mij voor te stellen wat het voor Amersfoort zou betekenen als er ineens 100.000 inwoners uit buurlanden bij zouden komen. Experts van de gemeente Den Haag en Almere trekken tijdens enkele bezoeken, maar ook via internet, op met hun vakgenoten in de Bekaa vallei. Een enorme afvalberg bij Ghazze, waarnaast Syrische vluchtelingen wonen, is gesaneerd en voorzien van een laag aarde.
Een Syrische vrouw, die ik met tolk onder vier ogen kan spreken in haar tent, geeft aan dat de ratten door het kamp liepen, kinderen werden gebeten en er veel ziektes heersten. Na de sanering van de afvalberg zijn de ratten verdwenen en is het aantal zieken enorm teruggelopen. De gemeente heeft een park aangelegd, waar vluchtelingen in de avonduren bij elkaar komen en enige ontspanning hebben. In deze oogsttijd werkt een deel van de vluchtelingen op het land, waarmee een klein beetje geld wordt zekergesteld. Een grote hoeveelheid tomaten wordt tussen de tenten in gekookt. Kinderen roeren in enorme pannen. De regentijd komt er aan, de temperatuur gaat dalen. De nu goedkope tomaten leveren de komende maanden extra voeding op.
De voorzitter van een lokale vereniging van gemeenten en burgemeester van een dorp in het zuiden van de Bekaa vallei is een dynamische man, die zijn dorpsgenoten meeneemt in zijn ambitieuze plannen het dorp te ontwikkelen. Er worden bomen geplant, 200 jongeren van een binnen het dorp opgerichte vrijwilligersorganisatie ruimen in het weekend zwerfafval op en helpen ouderen in het dorp. Velen van hen studeren in Beiroet en komen in het weekend naar huis. De burgemeester gaat af en toe bidden in de moskee van een nabij gelegen dorp om het belang van samenwerking en wederzijds begrip te onderstrepen. Omdat men een verschillend geloof heeft wordt contact veelal tot een minimum beperkt. Voordat ik terugkeer naar Beiroet spreek ik met een aantal jongeren en hem af dat ik binnenkort een ochtend kom helpen om zwerfafval te verwijderen en om met de jongeren in discussie te gaan. Iedereen heeft een mobiele telefoon en zit op sociale media. Dit soort initiatieven heeft in Libanon een groot bereik. Het zou mooi zijn als andere lokale leiders het voorbeeld van deze burgemeester volgen. Als ik mensen vraag waar zij hoop zien, volgt vrijwel steeds als antwoord: jongeren en het decentrale niveau.
About the author
Written by Jan Waltmans
Dutch ambassador to Lebanon
In 1988 bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in dienst getreden en in de eerste fase van mijn loopbaan gewerkt in Ghana, Bangladesh, Soedan en op het departement bij de afdeling Asielzaken en humanitaire hulpverlening. Vervolgens:
2000 - 2002 Plaatsvervangend Chef de Poste in Khartoum
2002 - 2006 Plaatsvervangend Chef de Poste in Lusaka
2006 - 2009 Plaatsvervangend directeur bij de directie Effectiviteit en Coherentie van ontwikkelingssamenwerking
2010 - 2012 Plaatsvervangend Chef de Poste in Kaboel
2012 - 2015 Plaatsvervangend directeur bij de directie Azië en Oceanië
2015 - 2017 Ambassadeur in Irak
You must be logged in to post a comment.